donderdag 28 februari 2013

Iets met infusen en het zat zijn


Maar ook iets met tere, kwetsbare vaten en venflons.

Waar ben ik gebleven …. Volgens mij bij dag 9.
De dag dat de ambulancebroeder mij kwam redden en een venflon in een ander teer vat kreeg, waardoor ik gered was van de intramusculaire injecties. Als dat niet gelukt was, had ik 2 van die vriendelijke, pijnlijke jongens per dag moeten hebben.
De dagen 10 en 11, geen problemen. Met mijn rechterhand vastgebonden op mijn rug zodat ik hem echt niet kon gebruiken hobbel ik door de dagen heen.

Dag 12 …..
Dit is de dag dat de vermoeidheid en ‘het zat zijn’ toeslaat. Ik ben er eigenlijk wel klaar mee. Vind het toch een hele belasting. Constant een venflon in je pols. Iedere dag een uur gezellig ‘moeten’ zijn met het zorgteam. Geen kant op kunnen …

Dag 13 wordt de naald weer gevoelig. Geen goed teken, want dit betekent dat mijn vat weer gaat ontsteken. ’s Avonds ga ik lekker uit eten met een jarig dinnetje en aan het einde van de avond voel je een warm plek waar mijn venflon zit. OEPS.

Dag 14 sta ik op en kan ik mijn rechterhand te goed bewegen. Met het inlopen wordt al duidelijk waarom. Vat is weer ontploft en we kunnen niets meer in laten lopen omdat het er keihard weer uitloopt.
Lieve zorgteammevrouw is er en die durft eigenlijk niet te prikken, maar gaat het toch proberen.
En later toch maar niet. Dus wordt het ziekenhuis gebeld waar ik onder behandeling ben. Mijn arts is er (gelukkig) niet, want die had hard geroepen: ‘Schiet de AB maar intramusculair naar binnen’ terwijl ik zeg: ‘Van mijn reet blijf je af!’

Andere arts = een andere oplossing.

Ik mag ’s avonds naar de spoedeisende hulp om een venflon te prikken en mijn kuur te krijgen. Dus stappen lief en ik om 18:30 uur de auto in en rijden naar het ziekenhuis.
De wachtkamer barst uit zijn of haar voegen, maar wij worden als eerste naar binnen geroepen.
Een goede prikarts die valt onder de categorie: “lekker, maar veel te jong, ding, maar een fantasietje waard” gaat op zoek naar een vat. Al snel komt hij tot de conclusie dat het enige bruikbare vat het vat is aan de binnenkant van mijn elleboog. Zeg maar precies de plek waar ‘ze’ altijd bloedprikken. Dus daar wordt een venflon ingerost en de AB wordt aangehangen. Na 45 minuten ben ik klaar en mag ik naar huis.


En kom ik tot de conclusie dat dit echt helemaal een RUKPLEK is!

Dus ga ik met 1 buigbare en 1 gesterkte arm door het leven. En was vannacht een kl*tenacht en houd ik mezelf voor: Nog ‘maar’ 7 kuren dus dagen ….

Geen opmerkingen:

Een reactie posten